21 oktober 2013

Samenvatting soortenstandaard: kamsalamander

De afgelopen jaren heeft het Ministerie van Economische Zaken van een groot aantal soorten een soortenstandaard uitgebracht. Projectleider van dit project is Toon Zwetsloot van Dienst Landelijk Gebied. Hij heeft ervoor gezorgd dat beschikbare informatie uit literatuur en expert judgement uit de Nederlandse praktijk bij elkaar gebracht zijn en beschreven in de soortenstandaards. In totaal zijn van 22 soorten een soortenstandaard beschreven, dit zijn de soorten die het vaakst bij ruimtelijke ontwikkelingen voorkomen. Zwetsloot: “De opdracht was: beschrijf van iedere soort op 1 A4-tje hoe je rekening kunt houden met de soort. Dat is niet gelukt, gemiddeld tellen de soortenstandaards 50 pagina’s vol informatie over deze soorten.” Dat is de reden dat we geprobeerd hebben de soortenstandaard van de kamsalamander samen te vatten tot 1 A4-tje. Deze samenvatting is in dit weblog bericht te vinden.
Deze samenvatting maakt in grote lijnen duidelijk waarmee rekening gehouden moet worden in gebieden waar de kamsalamander voorkomt. Voor aanvullende informatie raden wij aan de soortenstandaard zelf te raadplegen.

1. Ecologische informatie

De kamsalamander is een relatief grote salamander die vooral in kleinschalige landschappen met veel afwisseling wordt gevonden. De soort ontbreekt grotendeels in Noord- en Zuid-Holland, Flevoland, Friesland en Groningen. De soort plant zich voort in grote poelen, kleiputten en andere wateren. Buiten het water leeft deze salamander in bos, struikgewas en ruig grasland. De kamsalamander is sinds 1950 sterk in aantallen achteruitgegaan, maar de aantallen nemen nu weer licht toe.

2. Bescherming

Kamsalamanders mogen niet worden gedood of verontrust en eieren, larven, voortplantingswateren en vaste rust- of verblijfplaatsen zijn beschermd. Ook in perioden waarin de dieren niet aanwezig zijn mag hun leefgebied niet ongeschikt gemaakt worden of verloren gaan. In bepaalde gevallen kan gewerkt worden volgens een goedgekeurde gedragscode. Als te verwachten is dat bij een ingreep verstoring van kamsalamanders of hun leefgebied zal plaatsvinden moet een ontheffing Flora- en Faunawet worden aangevraagd. Deze wordt verleend als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en de ingreep aan een wettelijk erkend belang voldoet. Vooraf dient vrijwel altijd onderzoek plaats te vinden naar de situatie ter plekke.

3. Onderzoek

Aanwezigheid van de kamsalamander kan door een deskundige op het gebied van deze soort worden vastgesteld aan de hand van:
– dieren die naar hun voortplantingswateren trekken (februari – maart, op vochtige zwoele avonden);
– eieren (april – mei) of larven (juni) in het water;
– volwassen dieren die worden gevangen met schepnet of fuikje, of ’s nachts met behulp van een zaklamp worden opgezocht.
De verschillende functies die een gebied voor de soort kan vervullen moeten worden vastgesteld of op grond van expert judgement worden ingeschat.

4. Beschermingsmaatregelen per activiteit

Ingrepen die nadelig kunnen zijn voor de kamsalamander betreffen onder andere:
– schonen en baggeren van poelen, vijvers en sloten;
– dempen of tijdelijk droogleggen van water;
– verwijderen van beplanting;
– aanleg van infrastructuur.
Het schonen, baggeren of droogleggen van water moet in de periode oktober – januari gebeuren. Als dit niet kan moet het werk begeleid worden door een deskundige op het gebied van de kamsalamander en moet een ecologisch werkprotocol worden opgesteld. Bij het op grote schaal schonen en baggeren van wateren moeten de delen met waterplanten gespaard blijven, of tenminste 25% van het totale oppervlak, en/of delen van minimaal 15 m lengte. Een andere mogelijkheid is het werk gespreid over meerdere jaren uit te voeren waarbij eveneens geschikte delen gespaard blijven. Bij het dempen of droogleggen van water moet minstens twee jaar van te voren een vervangend water van 150 cm diepte en minimaal 400 m² worden aangelegd. Bij het tijdelijk droogleggen binnen de voortplantingstijd kan het noodzakelijk zijn om binnen een afstand van 100 m zo’n vervangend water aan te leggen. Wanneer beplanting wordt verwijderd die onderdeel uitmaakt van het leefgebied van kamsalamanders, dan moet in april, voorafgaand aan de werkzaamheden, vervangende beplanting worden aangeplant. Bij aanleg van infrastructuur moet verloren gegaan leefgebied worden gecompenseerd en moeten voorzieningen (zoals amfibieënschermen en tunnels) worden aangebracht die de kamsalamanders onder deze infrastructuur door leiden.
De samenvatting is als PDF hier te downloaden. Samenvattingen van andere soorten zijn te vinden op regelink.nl/soortenstandaard.

Landelijk
Algemene contactgegevens
Vestiging: Landelijk Mail ons Bel ons Het team
Annemarie van Leeuwen
Annemarie van Leeuwen
Vestiging: Friesland Mail mij Bel mij
Mieuw van Diedenhoven
Mieuw van Diedenhoven
Vestiging: Utrecht Mail mij Bel mij
Adri Clements
Adri Clements
Vestiging: Zeeland Mail mij Bel mij
Annemieke Kolvoort
Annemieke Kolvoort
Vestiging: Landelijk Mail mij Bel mij
Rens Hensgens
Rens Hensgens
Vestiging: Limburg Mail mij Bel mij
Anna Luijten
Anna Luijten
Vestiging: Gelderland Mail mij Bel mij
Mischa van der Hout
Mischa van der Hout
Vestiging: Flevoland Mail mij Bel mij
Eva Henrard
Eva Henrard
Vestiging: Noord Brabant Mail mij Bel mij
Thijs Bosch
Thijs Bosch
Vestiging: Landelijk Mail mij Bel mij
Thijs Molenaar
Thijs Molenaar
Vestiging: Overijssel Mail mij Bel mij