7 juli 2020
Bijzondere waarneming: braamparelmoervlinder
We wisten dat hij lokaal eerder was gezien, dat we tijdens een inventarisatie drie exemplaren zouden aantreffen was onverwacht en heel bijzonder: hoewel voortplanting in Nederland is vastgesteld wordt de braamparelmoervlinder nog vooral sporadisch gezien. Zijn we op een voortplantingslocatie gestuit?
De braamparelmoervlinder is een vrij grote vlinder en lastig te determineren: vooral in rust verschilt het uiterlijk van deze actieve vlinder van andere soorten. Hij lijkt sterk op de keizersmantel maar onderscheidt zich door een paarse band aan de onderkant van zijn vleugels – maar wel lichter paars dan de purperstreepparelmoervlinder. Hij vliegt niet vroeg en niet laat, en zit zo eigenlijk tussen de voorjaars- en zomervlinders in. Specifieke eisen heeft hij niet: braam, en dat hebben we in Nederland genoeg.
Nieuwe voortplantingslocatie?
Tijdens een inventarisatie langs een spoortraject nabij Eys (Zuid-Limburg) vonden we maar liefst drie exemplaren en dat is toch best bijzonder. De braamparelmoervlinder leeft oorspronkelijk in Zuid-Europa maar is aan een opmars naar het noorden bezig. In Nederland is hij in 2011 voor het eerst aangetroffen. Hoewel voortplanting is vastgesteld wordt de soort toch nog vooral sporadisch gezien. Drie exemplaren wijst sterk op een voortplantingslocatie: de braamparelmoervlinder begint zich van zwerver steeds meer als vaste gast te gedragen.
Nieuwe soort is toch goed nieuws
Dat de vlinder zich hier thuis voelt heeft mogelijk te maken met de opwarming van de aarde. Desondanks is het mooi nieuws dat we een nieuwe soort kunnen verwelkomen, juist omdat we ook veel soorten verliezen. We hebben spoorbeheerder ProRail doorverwezen naar specialisten van de Vlinderstichting. Met de juiste kennis kan ProRail tijdens het beheer rekening houden met de wensen van deze prachtige vlinder.
Natuur langs het spoor?
De inventarisatie is onderdeel van een opdracht voor ProRail waarbij we spoortrajecten in zuid(oost)-Nederland beoordelen op geschiktheid voor beschermde soorten. Juist langs spoorlijnen vinden we veel ecologische waarden. De taluds zelf zijn schraal, er komen geen mensen en de spoorlijnen lopen vaak door afwisselende terreinen zoals stukjes bos en langs sloten. Zo vonden we eerder knautiabij op beemdkroon (beide op de Rode Lijst en sterk afhankelijk van elkaar) en de muurhagedis.