13 mei 2014
Ervaringen natuurbeheerders met Flora- en faunawet in kaart gebracht
De in werking treding van de Flora- en faunawet in 2002 werd niet bij iedereen met even groot enthousiasme ontvangen. Zeker in de aannemerswereld is de quote ‘Nederland gaat op slot’ daarna vaak ter sprake gekomen. Alhoewel de wet twaalf jaar later een stuk breder geaccepteerd lijkt te zijn, is er vooral in de buitenwereld weinig bekend over hoe natuurbeheerders deze wet ervaren en hoe zij ermee in de praktijk omgaan. Om dit in kaart te brengen werden in opdracht van Regelink Ecologie & Landschap 56 beheerders uit verschillende natuurgebieden door zeven studenten van de Wageningen Universiteit ondervraagd over hun ervaringen en ideeën over deze wet.
Kennis en visie
Uit de interviews bleek dat de meeste beheerders van deze wet weten, er vrijwel dagelijks mee te maken hebben en als belangrijk onderdeel van hun werk zien. Het bleek dat gedragscodes bij de uitvoering van de wet vaak als uitgangspunt worden genomen. De Gedragscode Bosbeheer wordt vaak als specifieker ervaren dan de gedragscode Natuurbeheer, al verschillen beheerders hierover onderling van mening. Sommigen houden van duidelijke richtlijnen, terwijl anderen juist meer ruimte willen zien voor eigen interpretatie.
Knelpunten en handhaving
Beheerders lopen bij de implementatie van de wet geregeld tegen knelpunten aan. Zo zijn de procedures voorafgaande aan ruimtelijke ontwikkelingen en grootschalige projecten te lang en te ingewikkeld. Het gebrek aan ecologische kennis bij ontheffingsverleners wordt hiervoor als belangrijke oorzaak aangedragen. Daarnaast wordt door 40 % van de beheerders de wet als te strikt en theoretisch ervaren en maken de nu gangbare procedures de uitvoering van de wet onwerkbaar. Dat beheerders toch goed uit de voeten kunnen met de wet komt mede door het gebruik van de twee genoemde gedragscodes. De vooral passieve handhaving zorgt ervoor dat beheerders bij werkzaamheden soms een eigen uitleg van de wet aanhouden.
Voorlichting
Er was onder de geïnterviewden weinig animo voor externe cursussen. Wel staan veel beheerders open voor kennisuitwisselingen met andere beheerders, en dan vooral over de praktische ervaringen die anderen hebben. Ook zou het faciliteren van gesprekken tussen verschillende partijen in en rondom een natuurgebied (boeren, waterschappen, gemeenten) voor sommigen een toegevoegde waarde kunnen hebben. Deze gesprekken zouden dan moeten gaan over het verkrijgen van inzicht in elkaars plannen, waarbij de ervaring van beheerders met de Flora- en faunawet andere partijen zou kunnen helpen.
Vervolg expertisemiddagen
In samenwerking met Vereniging Bos- en Natuurterrein Eigenaren (VBNE, opvolger van het Bosschap) en communicatiebureau de Lynx pakt Regelink Ecologie & Landschap een vervolg op. De komende tijd worden over dit onderwerp expertisemiddagen georganiseerd. Wilt u hierover op de hoogte gehouden worden? Vul dan hier uw e-mail adres in: [contact-form-7 id=”2697″ title=”expertisemiddag_tbo”]
*Dit e-mail adres wordt alleen gebruikt om u over de aankomende expertisemiddagen te informeren.
Download hier het volledige rapport.