16 juni 2017
Regelink werkt aan Flight Path Tracking
Met Flight Path Tracking kun je heel nauwkeurig de vliegroute van vleermuizen bepalen. Een revolutionaire techniek, die veel meer informatie geeft dan bijvoorbeeld bat detectors. Het idee bestaat al een tijdje, en in Europa werken een paar mensen los van elkaar aan de technologie. Op 20 mei haalde Regelink Ecologie & Landschap twee van de drie naar Nederland, om in een workshop kennis te delen. Want als het aan ons ligt duurt het niet lang meer voordat wij dit ook gaat aanbieden.
Veel beter dan de bat detector
Nu doen we veel onderzoek met bat detectors”, vertelt Benjamin Backx. “Met een bat detector hoor je dát er een vleermuis vliegt, en als je twee microfoons gebruikt kun je ook ongeveer de richting bepalen. Maar verder moet je vooral heel veel aannames doen – of hij oversteekt in de buurt van een weg, hoe hoog hij vliegt, je weet het niet.”
Met Flight Patch Tracking kun je tot een paar centimeter nauwkeurig bepalen hoe vleermuizen vliegen, in 3D. Dat is echt een ander verhaal. “Stel, je weet dat een vleermuis een fietspad volgt”, vult Thijs Molenaar aan. “Als dat fietspad onder een grote weg doorgaat wil je bijvoorbeeld heel graag weten of hij die tunnel volgt of eroverheen gaat, met het risico dat hij gegrepen wordt.”
Zo hoeft het in de de toekomst misschien niet meer!
Oorsprong van het geluid berekenen
En dat is revolutionair. “De techniek werkt met minimaal 4 ultrasone microfoons”, legt Thijs uit. “Als je van iedere puls die vleermuis uitzendt 3 coördinaten hebt, dan kun je de oorsprong van het geluid berekenen en precies zijn route volgen.” Dat is nuttig, bijvoorbeeld bij de aanleg van infrastructuur. En het zou ook een schat aan wetenschappelijke informatie kunnen opleveren, bijvoorbeeld over foerageergedrag in boomkruinen.
Experimenteren in de tuin
“Ik hoorde er twee jaar geleden voor het eerst over, en was meteen gegrepen door het idee”, vertelt Thijs. “Met 2 vrienden ben ik gaan experimenteren, een audiotechnicus en iemand die in het dagelijks leven robotarmen ontwerpt en die het statistische deel voor zijn rekening nam. Mijn rol in die fase bestond vooral uit rondlopen in de tuin en met houtjes slaan, zodat zij mij konden volgen. En dat werkte! We wisten dus in de basis dat het kon.”
Kennis delen
Er bleken in het buitenland een paar mensen mee bezig te zijn. Een commerciële partij in Frankrijk is al heel ver, maar wil die kennis niet delen. “Maar we vonden ook een Fransman, die eerder voor defensie werkte met dit soort technologie maar zijn kennis nu liever gebruikt om vleermuizen te traceren”, vertelt Benjamin. “En een Duitse jongen, die werkt met een heel compacte opstelling met 8 microfoons. Die twee kwamen tijdens de workshop laten zien hoe ver ze waren.”
Haken en ogen
Er zijn nog wel wat haken en ogen. Zo is het voor een computer heel moeilijk om individuen in een groep te onderscheiden en die apart van elkaar te volgen; iets waar het menselijk oog geen moeite mee heeft. Ook het herkennen van soorten is lastig te automatiseren, terwijl dat uiteraard erg handig zou zijn. “Maar de techniek werkt”, zegt Thijs. “Al met al is het veelbelovend en dat willen we in Nederland nu handen en voeten gaan geven. De slotconclusie van de workshop was: in 1 à 2 jaar moet het echt wel lukken om een werkbare opstelling te hebben.”
Partners gezocht
“Eerst willen we het vanuit Regelink Ecologie & Landschap als dienst gaan aanbieden”, zegt Benjamin. “Maar als dat goed loopt komt er wellicht ook vraag naar een product, dat we als Apodemus kunnen ontwikkelen en op de markt kunnen brengen.” Maar zo ver is het nog niet. Eerst is vooral geld nodig om een pilotproject in Nedeland uit te kunnen voeren, en liefst een grote partij die in wil stappen. “Het zou heel mooi zijn als Rijkswaterstaat met ons in zee zou willen. Nu bouwen ze veel voorzieningen en geleidende elementen voor vleermuizen, puur gebaseerd op de aanname dat het werkt. Met deze techniek kunnen ze nagaan of dat ook echt zo is”, zegt Benjamin.” En wat te denken van bijvoorbeeld een nieuwe rondweg, die bijvoorbeeld een beek passeert. Met Flight Path Tracking kunnen we gericht meten hoeveel vleermuizen die beek passeren, en waar je je maatregelen voor kunt treffen om te voorkomen dat ze zich te pletter vliegen”, vult Thijs aan.
Als er eenmaal een aantal goede voorbeelden zijn van wat het in de praktijk oplevert, dan gaat het zichzelf verkopen, daarvan zijn Thijs en Benjamin overtuigd. Het begin is er, nu de bal aan het rollen zien te krijgen. En daar wordt hard aan gewerkt!