9 december 2016
Hoe gaat het met beschermde vissen en amfibieën onder het agrarisch natuurbeheer?
BIJ12, de uitvoeringsorganisatie van de 12 provincies, wil monitoren wat de effecten zijn van het beleid onder het nieuwe Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Met de beleidsmonitoring voor beschermde amfibie- en vissoorten is in 2016 gestart. BIJ12 vroeg ons om mee te werken aan de inventarisatiewerkzaamheden voor de beleidsmonitoring. Een uitdagende klus, maar met resultaat!
Beleidsmonitoring ANLb
Om beschermde dier- en plantensoorten in agrarisch gebied meer kansen te geven, voeren agrariërs al geruime tijd maatregelen uit die de leefomstandigheden voor deze soorten moeten verbeteren. Meewerkende agrariërs krijgen hiervoor sinds 2016 subsidie vanuit het nieuwe stelsel ANLb (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer). De provincies willen graag weten wat de effecten zijn van de maatregelen die met deze subsidie worden uitgevoerd. Zo kunnen zij bepalen of het beleid effectief is. Dit wordt de beleidsmonitoring genoemd.
Opzet van meetnetten
De beleidsmonitoring wordt uitgevoerd aan de hand van meetnetten voor verschillende soorten. Met een jaarlijkse monitoring van deze meetnetten kan bepaald worden of soorten in aantal toe- of afnemen. En dat laat zien of beheermaatregelen effectief zijn of niet.
Normaal doen vrijwilligers de inventarisaties voor de beleidsmonitoring. Maar voor het startjaar, 2016, lukte het niet om voldoende vrijwilligers te vinden voor alle locaties. En door dit tekort zou het CBS te weinig goede data beschikbaar hebben om statistische analyses te doen. Daarom werd Regelink Ecologie & Landschap voor een aantal inventarisaties ingeschakeld.
RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) heeft voorafgaand aan het veldwerk locaties aangewezen voor de inventarisaties. De locaties zijn gekozen op basis van GIS-gegevens, data uit de NDFF (Nationale Databank Flora en Fauna) en kennis over de verschillende doelsoorten. Dit waren zowel gebieden waar ANLb-beheermaatregelen worden toegepast, als aangrenzende gebieden waar geen beheer onder ANLb is. Deze gebieden hebben we vervolgens geïnventariseerd op de aanwezigheid van beschermde amfibieën en vissoorten als heikikker, rugstreeppad, poelkikker, kamsalamander, bittervoorn, kleine modderkruiper en grote modderkruiper.
Uitdagende klus
De uitvoer van de inventarisatie was nog een behoorlijke uitdaging. Niet zozeer vanwege de inhoud, maar vooral vanwege de planning. We moesten namelijk meer dan 200 plots met meer dan 600 locaties inventariseren. Daarnaast startten de inventarisaties in juni, wat laat in het seizoen is voor amfibieën. Soorten als de heikikker kun je het beste inventariseren in maart en rugstreeppad begin mei. De late start van de inventarisaties speelt waarschijnlijk een grote rol in het relatief weinig aantreffen van deze soorten in de plots
De gegevens uit de inventarisatie zijn de basis voor verdere monitoring van het beheer onder het ANLb. Op basis van de ervaringen en het aantal nieuwe vrijwilligers, zal later bepaald worden hoe de monitoring in 2017 gestalte krijgt. Onze inzet heeft in ieder geval tot waardering bij de opdrachtgever geleid. Ons is in ieder geval gevraagd om in 2017 hier weer over mee te denken, een klus waar we zeker naar uit zien!