11 november 2013
Samenvatting soortenstandaard: grote modderkruiper
De afgelopen jaren heeft het Ministerie van Economische Zaken van een groot aantal soorten een soortenstandaard uitgebracht. Projectleider van dit project is Toon Zwetsloot van Dienst Landelijk Gebied. Hij heeft ervoor gezorgd dat beschikbare informatie uit literatuur en expert judgement uit de Nederlandse praktijk bij elkaar gebracht zijn en beschreven in de soortenstandaards. In totaal zijn van 22 soorten een soortenstandaard beschreven, dit zijn de soorten die het vaakst bij ruimtelijke ontwikkelingen voorkomen. Zwetsloot: “De opdracht was: beschrijf van iedere soort op 1 A4-tje hoe je rekening kunt houden met de soort. Dat is niet gelukt, gemiddeld tellen de soortenstandaards 50 pagina’s vol informatie over deze soorten.” Dat is de reden dat we geprobeerd hebben de soortenstandaard van de grote modderkruiper samen te vatten tot 1 A4-tje. Deze samenvatting is in dit weblog bericht te vinden.
Deze samenvatting maakt in grote lijnen duidelijk waarmee rekening gehouden moet worden in gebieden waar de grote modderkruiper voorkomt. Voor aanvullende informatie raden wij aan de soortenstandaard zelf te raadplegen.
1. Ecologische informatie
De grote modderkruiper is tot 30 cm lang, en heeft op de flanken een doorlopende streep en tien tastdraden rond de bek. De soort is honkvast en verspreidt zich over slechts korte afstanden. De grote modderkruiper leeft in ondiepe, stilstaande en langzaam stromende wateren zoals sloten, vennen, plassen en meanders in rivieren. De soort is vooral te vinden in geïsoleerde wateren met verlandingsvegetatie. De grote modderkruiper komt in een groot deel van Nederland voor, maar ontbreekt op de hogere zandgronden en langs de kust. De soort is sinds 1950 waarschijnlijk sterk in aantal achteruitgegaan.
2. Bescherming
Grote modderkruipers mogen niet worden gedood of verontrust en hun voortplantingswateren zijn beschermd. In bepaalde gevallen kan gewerkt worden volgens een goedgekeurde gedragscode. Als te verwachten is dat bij een ingreep verstoring van grote modderkruipers of hun leefgebied zal plaatsvinden moet een ontheffing Flora- en Faunawet worden aangevraagd. Deze wordt verleend als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en de ingreep aan een wettelijk erkend belang voldoet. Vooraf moet meestal onderzoek naar de situatie ter plekke plaatsvinden.
3. Onderzoek
Aanwezigheid van de grote modderkruiper kan door een deskundige op het gebied van deze soort worden vastgesteld met behulp van een schepnet (maaswijdte 3 mm, netgrootte 70 x 40 cm), met (bij voorkeur) elektrovissen, of met fuiken. Dit onderzoek kan het beste in de periode maart – juni worden uitgevoerd. De verschillende functies die een gebied voor de soort kan vervullen moeten worden vastgesteld of op grond van expert judgement worden ingeschat. Het gebruik van eerder verzamelde gegevens kan zinvol zijn.
4. Beschermingsmaatregelen per activiteit
Ingrepen die nadelig kunnen zijn voor de grote modderkruiper betreffen onder andere:
– schonen en baggeren van watergangen;
– verlagen of verhogen van het waterpeil, dempen of tijdelijk droogleggen van watergangen;
– aanleg van een duiker, gemaal of waterkrachtcentrale;
– verandering van waterkwaliteit;
– ‘Ruimte voor Rivier’ projecten.
Nadelige gevolgen zijn voor een groot deel te voorkomen door tussen augustus en april te werken en buiten vorstperioden. In welke periode het beste gewerkt kan worden hangt af van de ingreep. Als machines nodig zijn moeten die zo gekozen worden dat daarmee zo min mogelijk slachtoffers worden gemaakt. Door diepere delen te maken en/of nieuwe watergangen te graven kunnen dieren een veilig heenkomen vinden. Het dempen van watergangen moet in compartimenten gebeuren, bij brede watergangen wordt eerst in het midden gedempt. Na verlaging van de waterstand worden zoveel mogelijk grote modderkruipers afgevangen en op geschikte plaatsen in de omgeving teruggezet. Mitigerende maatregelen betreffen onder andere het ontzien van delen met veel grote modderkruipers, het realiseren van natuurvriendelijke oevers (op het droge uit te voeren) en het aanleggen van een passeerbare plaats bij een barrière. Bij grote projecten moet gefaseerd gewerkt worden waarbij minimaal 25% van de watergangen geschikt blijft als leefgebied. Ook is daarbij het opstellen van een ecologisch werkprotocol en begeleiding door een deskundige noodzakelijk. Nagegaan moet worden of getroffen maatregelen effectief zijn.
De samenvatting is als PDF hier te downloaden. Samenvattingen van andere soorten zijn te vinden op regelink.nl/soortenstandaard