30 september 2013
Samenvatting soortenstandaard: rugstreeppad
De afgelopen jaren heeft het Ministerie van Economische Zaken van een groot aantal soorten een soortenstandaard uitgebracht. Projectleider van dit project is Toon Zwetsloot van Dienst Landelijk Gebied. Hij heeft ervoor gezorgd dat beschikbare informatie uit literatuur en expert judgement uit de Nederlandse praktijk bij elkaar gebracht zijn en beschreven in de soortenstandaards. In totaal zijn van 22 soorten een soortenstandaard beschreven, dit zijn de soorten die het vaakst bij ruimtelijke ontwikkelingen voorkomen. Zwetsloot: “De opdracht was: beschrijf van iedere soort op 1 A4-tje hoe je rekening kunt houden met de soort. Dat is niet gelukt, gemiddeld tellen de soortenstandaards 50 pagina’s vol informatie over deze soorten.” Dat is de reden dat we geprobeerd hebben de soortenstandaard van de rugstreeppad samen te vatten tot 1 A4-tje. Deze samenvatting is in dit weblog bericht te vinden.
Deze samenvatting maakt in grote lijnen duidelijk waarmee rekening gehouden moet worden in gebieden waar de rugstreeppad voorkomt. Voor aanvullende informatie raden wij aan de soortenstandaard zelf te raadplegen.
1. Ecologische informatie
De rugstreeppad is iets kleiner dan de gewone pad en heeft een lichte rugstreep. Het is een pionierssoort die vooral op plaatsen met vergraafbaar zand voorkomt, zoals duinen, afgravingen en bouwterreinen. Voortplanting vindt overwegend in ondiepe, tijdelijke plassen plaats. De rugstreeppad komt verspreid over bijna heel Nederland voor en ontbreekt alleen in de provincie Groningen. Sinds 1950 is de verspreiding met 40% afgenomen en ook in deze eeuw neemt het aantal dieren af.
2. Bescherming
Rugstreeppadden mogen niet worden gedood of opzettelijk worden verontrust en eieren, larven voortplantingswateren en vaste rust- of verblijfplaatsen zijn beschermd. Ook in perioden waarin de dieren niet aanwezig zijn mogen zulke plaatsen niet ongeschikt gemaakt worden of verloren gaan. In bepaalde gevallen kan gewerkt worden volgens een goedgekeurde gedragscode. Als te verwachten is dat bij een ingreep verstoring van rugstreeppadden of hun leefgebied zal plaatsvinden moet een ontheffing Flora- en Faunawet worden aangevraagd. Deze wordt verleend als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en de ingreep aan een wettelijk erkend belang voldoet. Vooraf dient in vrijwel alle gevallen een onderzoek naar de situatie ter plekke plaats te vinden.
3. Onderzoek
Aanwezigheid van de levendbarende hagedis kan door een deskundige op het gebied van deze soort worden vastgesteld aan de hand van:
luisteren naar kooractiviteit tijdens drie veldbezoeken (april, mei, half juli) (of minder als aanwezigheid bij eerste of tweede bezoek is vastgesteld) op relatief warme, windstille avonden;
vangen van eiersnoeren of larven met behulp van een steeknet (juni-juli);
zoeken naar volwassen dieren gedurende vijf ronden (of minder als aanwezigheid is vastgesteld), ’s nachts met zaklamp of overdag onder van te voren uitgelegde plaatjes.
De verschillende functies die een gebied voor de soort kan vervullen moeten worden vastgesteld, of op basis van expert judgement worden ingeschat. Gebruik van bestaande gegevens kan hierbij zinvol zijn.
4. Beschermingsmaatregelen per activiteit
Ingrepen die nadelig kunnen zijn voor de rugstreeppad betreffen onder andere:
– schonen en baggeren van wateren;
– dempen van wateren;
– grootschalig grondverzet.
Werkzaamheden worden indien mogelijk buiten de voortplantingstijd (april – juli) uitgevoerd. Als dit niet mogelijk is, kunnen dieren en eieren worden verplaatst naar een ander geschikt water in de directe omgeving. Wanneer het verplaatsen direct na het wegvangen gebeurt, wordt de wet niet overtreden. Een andere oplossing is het gefaseerd in tijd en ruimte werken door per jaar een ander deel te schonen of te baggeren. Als een water gedempt wordt moet tijdig (enkele weken van te voren) in de omgeving een nieuw water worden aangelegd. Het dempen moet plaatsvinden in de periode augustus – maart. Het kan nodig zijn volgens een ecologisch werkprotocol te werken, waarbij de werkzaamheden door een deskundige op het gebied van rugstreeppadden dienen te worden begeleiden. Bij grootschalig grondverzet kan het noodzakelijk zijn van te voren buiten de winterrustperiode (april – oktober) vervangend leefgebied te realiseren.
De samenvatting is als PDF hier te downloaden. Samenvattingen van andere soorten zijn te vinden op regelink.nl/soortenstandaard.