26 oktober 2022
Laatvliegers zenderen: een pleidooi
Hoe vind je verblijfplaatsen van laatvliegers? Geen gemakkelijke taak. En wel heel relevant, nu veel gebouwen in rap tempo worden geïsoleerd. Alle reden om op zoek te gaan naar een oplossing: zenderen.
Om grip te krijgen op het wel en wee van beschermde soorten in de gebouwde omgeving, laten steeds meer gemeenten een soortenmanagementplan opstellen. Daarbij hoort een uitvoerige, gebiedsdekkende inventarisatie, waarbij ecologen het voorkomen van soorten in een groot gebied in kaart brengen.
Vleermuizen zwermen niet
Een soortenmanagementplan (SMP) is een heel mooi middel, maar haalt niet elke verblijfplaats boven tafel. Dat is niet binnen een SMP niet zo erg: we leren voldoende over de lokale populatie om deze op een proactieve manier te beschermen. Voor laatvliegers ligt dat anders. Om de verblijfplaatsen van vleermuizen op te sporen, zoeken ecologen vaak met een batdetector naar zwermende vleermuizen. Zwermen is het druk rondvliegen rond gebouwen. Vleermuizen zwermen voordat ze hun verblijfplaats binnen gaan. Zo kun je heel eenvoudig een verblijfplaats opsporen. Alleen: laatvliegers zwermen nauwelijks.
Zenderen biedt uitkomst, maar…
Om meer zicht te krijgen op de locatie van verblijfplaatsen, kiest Regelink Ecologie en Landschap er sinds een paar jaar voor vleermuizen te zenderen.
Zeker voor laatvliegers een uitkomst, maar zenderen blijft een hele opgave. Laatvliegers zijn lastig te vangen. Ze gaan vanuit hun verblijfplaats snel op weg naar hun foerageergebied, en die routes verschillen steeds. De groepen zijn ook klein, vaak maar maximaal enkele tientallen dieren.
Zo veel mogelijk leren
Lukt het dus om een laatvlieger te zenderen, dan wil je daar ook maximaal van leren. Daarom werken we sinds kort voor laatvliegers niet met losse zenders maar met zenders op halsbandjes. Die zenders blijven veel langer zitten: in plaats van weken kun je de vleermuizen nu maanden volgen. Zo vinden we niet alleen hun verblijfplaats van dat moment, maar kunnen we bovendien hun verhuisgedrag volgen. Zo kunnen we het netwerk aan verblijfplaatsen vastleggen.
Proef op de som!
In opdracht van de gemeente Tilburg namen we deze zomer de proef op de som. In tien avonden wisten we vijftien laatvliegers te zenderen, waaronder vijf vrouwtjes. Die vrouwtjes zijn belangrijk, want ze laten zien waar de kraamkolonies zich bevinden. De resultaten worden later dit jaar bekend.
Meer inzicht is meer bescherming
Zenderonderzoek geeft niet alleen een gemeente meer inzicht in lokale verblijfplaatsen. Meer inzicht in de ecologie helpt ons ook laatvliegers beter te beschermen. Zo maken laatvliegers bijna geen gebruik van vleermuiskasten. Als verblijfplaatsen van vleermuizen door bijvoorbeeld isoleren verdwijnen, dan worden deze kasten aangeboden als alternatief. Met de verduurzamingsopgave in het achterhoofd, is het dus heel belangrijk dat we leren op welke manier we alternatieve verblijfplaatsen kunnen aanbieden. Zenderonderzoek helpt daarbij.