25 juli 2021
Vleermuisonderzoek in de Groote Peel
De gewone grootoorvleermuis vliegt meer dan vijf kilometer naar de Groote Peel om te gaan foerageren. Terwijl de soort volgens de literatuur normaal gesproken slechts enkele honderden meters aflegt om te jagen. Afgelopen jaar hebben we een uitgebreid onderzoek uitgevoerd voor Staatsbosbeheer: naar het landschapsgebruik van vier kolonies in en vlakbij De Groote Peel. We keken naar hoe belangrijk dit gebied voor ze is, en waarom. Dankzij een nieuwe methode konden we het onderzoek op grote schaal uitvoeren.
In het onderzoek hebben we gewone grootoorvleermuizen uit vier verschillende kolonies gevolgd gedurende twee periodes: in juni, terwijl de vrouwtjes zogen en dus een hoge energiebehoefte hebben en in juli, als de energiebehoefte lager is. In totaal hebben we 42 dieren gezenderd: minstens vijf individuen van elke kolonie – zo’n 11-12% van de populatie – per periode.
Nieuwe methode met masten
Het zou waanzinnig veel tijd kosten om die allemaal, via de gangbare methode, meerdere nachten met de auto te volgen. Daarom hebben we in de Groote Peel een nieuwe methode gebruikt: we hebben vijf masten van negen meter hoog opgezet met ieder twee antennes die continu en automatisch de zenders logden.
De antennes stonden onder een hoek van 90° uit elkaar (als een kruis). Elke antenne registreerde de signalen van de zenders. Omdat de richting van de antennes bekend was, kon ook de richting van het signaal bepaald worden.
Door de gegevens van meerdere antennes en masten te combineren kon de locatie van de zender, en daarmee het gezenderde individu, worden berekend. Elke mast had een bereik van twee tot drie kilometer, waarmee de bosgebieden in de Groote Peel vrijwel geheel waren gedekt. Buiten het gebied hebben we kolonies op de klassieke manier onderzocht door ze met de auto te volgen.
Voedselaanbod
Ook hebben we het dieet en de voedselbeschikbaarheid in kaart gebracht. Het dieet hebben we bepaald door mest te verzamelen bij de verblijfplaatsen en dat te analyseren op DNA. Het aanbod brachten we in kaart door op verschillende locaties in het leefgebied, binnen en buiten de Groote Peel, nachtvlindervallen te plaatsen.
Geen verband met piek aan plakkers
We vonden dat de kolonies bij voorkeur (vochtig) bos als foerageergebied gebruiken, gevolgd door bomenrijen en in mindere mate erven. Een echt duidelijke trigger waarom de gewone grootoorvleermuis zulke grote afstanden aflegt naar de Groote Peel, hebben we niet gevonden.
Volgens de literatuur eet de grootoorvleermuis voornamelijk nachtvlinders, en de Groote Peel staat bekend om de piek aan plakkers – deze nachtvlinder is daar bijna een plaag. Daar verwachtten we dus een sterk verband. Niet dus: het dieet bleek juist in de plakkerperiode voor meer dan de helft te bestaan uit vliegen en andere tweevleugelen.
Veel nieuwe kennis
Wat vaststaat is dat de Groote Peel van wezenlijk belang is als foerageergebied voor de lokale populaties. Vooral de bossen langs de randen van het gebied. Dat geeft Staatsbosbeheer handvatten hoe ze het gebied het beste kan inrichten en beheren voor deze soort. Zoals het onderling verbinden van bossen en bomenrijen en aanplanten van extra bosareaal in de buurt van aanwezige bosjes.
Ook deden we diverse nieuwe inzichten op door de samenwerking met Matthijs Courbois en zijn rol in het onderzoek naar nachtvlinders, en de mensen van Datura Molecular Solutions met hun bijdrage aan het onderzoek naar het dieet van de gewone grootoorvleermuis.
Homeranges van de lokale populatie. De Groote Peel (rode lijn) behoort tot het kerngebied (50%-homerange), foerageergebied (80%-homerange) en leefgebied (95%-homerange) van de lokale populatie.